Het was te denken. Zes meisjes op één appartement, het moest uit de hand lopen. Nee, er zijn geen handdoekengevechten gebeurd in de badkamer, en er werd ook geen eten van elkaar gestolen. Zo braaf zijn we nog wel. Het probleem was van grotere omvang, een ramp, een nachtmerrie. Ik trof een kakkerlak aan in de badkamer. Weliswaar dood, met zijn pootjes gekruist en liggend op zijn rug. Mijn nekhaartjes gingen van paniek omhoog staan en ik vluchtte de badkamer uit. Ik weet namelijk wat dit betekent: één kakkerlak = meer kakkerlakken.
Mijn eerste en zeer belangrijke reactie was vragen aan mijn roommates of iemand hem had doodgetrapt. Dat mag immers niet, want dan laat het beest zijn eitjes los en zijn er binnen de kortste keren meer van die afschuwelijke, doch volgens kenners onschuldige insecten. Niemand had het diertje al gezien, hoewel het ostentatief tussen bad en gootsteen lag. Alsof het een laatste liggende ovatie wilde maken. Mijn hart ging nog steeds als een razende te keer toen ik besliste dat we een poetsvrouw nodig hadden. De afspraak van zelf alles netjes te houden kunnen we duidelijk niet naleven. Zo getuigt de keuken niet van optimale schoonheid, wat volgens mij dan weer beestjes oplevert.
Omdat niemand aanstalten maakte actie te ondernemen, en omdat een poetsvrouw regelen in een Zuiders land waarschijnlijk nog weken kost, stak ik zelf de handen uit de mouwen. Op handen en knieën schrobde ik de keuken - en badkamervloer met een groen schuursponsje tot hij blonk. Geen etensresten te bespeuren, geen plakkerige ondergrond meer. Zweet druppelde van mijn voorhoofd toen ik mijn handdoek nam voor een welverdiende douche.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten