donderdag 11 november 2010

Marie Claire en Lagardère

Als model krijg je de kans om op plaatsen te komen waar je anders niet meteen zou verzeild raken. Ik heb niet over feestjes - quoi? - maar over de hoofdbureaus van grote (mode)bladen-imperia.

Tijdens mijn studie Public Relations kwam ik al in contact met de namen van overkoepelende bedrijven van kranten, tijdschriften en andere vormen van geschreven pers. Het is niet meer dan logisch dat we geen internationale schoolreisgewijze uitstapjes maakten naar deze gigantische moneymakers, maar het had toch interessant gewezen.

Zo kwam ik deze week terecht bij zowel Marie Claire (voor Cosmopolitan) als Lagardère (voor Version Femina). Beide bureaus hadden aan de balie franstalige en engelstalige corporate magazines liggen. Nu ik erover nadenk, ik had er misschien een paar kunnen meenemen voor mijn ex-klasgenoten waarvan sommigen nog steeds hun tijd in de Plantijn Hogeschool doorbrengen. Mijn stiekeme boekjesweggefoefel had toch raar geweest tegenover de andere modellen die één voor één hun schoenen wisselden, nog wat lipgloss opdeden of gewoon verveeld voor zich uit zaten te staren. Ik had hen echt niet kunnen boeien met een corporate magazine van één dezer multinationals. Dus bladerde ik er even door, zag mezelf - met de mond vol tanden - weer zitten bij mijn leerkracht Frans, en legde het 6 pagina's tellende magazine weer terug op zijn plaats.

Het is fijn om te zien hoe deze tijdschriftenmagnaten werken, hoeveel mensen er rondlopen, hoe zij gekleed zijn. De meeste vrouwen waren om door een ringetje te halen (hippe outfitjes, hoge laarzen met hak, lippenstiftje, recht-van-de-kapper kapsels). De mannen waren of oud en gekostumeerd, of jong en een tikje nonchalant. Het eerste soort zat waarschijnlijk voortdurend mooi zijn maandloon te verdienen achter een bureau, het andere soort zag ik eerder als stagiair-achtigen. Eens naar de printer lopen, plaatjes bij elkaar zoeken, enveloppen etiketteren, frankeren en op de post doen. Ik heb overigens een prachtige stageplaats gehad, daar heb ik het niet van, maar heb wel wat anders gehoord tijdens mijn studie. 


Bij Cosmopolitan werd ik onmiddelijk vriendelijk ontvangen door een man tussen de twee types in: rond de 36, aan zijn bureau (maar misschien gewoon omdat ik eraan kwam), en leuk gekleed. Hij becomplimenteerde mijn hartjestrui en voelde aan mijn paarse handtas van bij de stockverkoop in het Hasseltse Modemuseum. Vervolgens keek hij in mijn book, nam er een kaartje uit, bekeek mij nog een zorgvuldig en gaf me een handdruk. Kletchh. Nee, niet mijn zweethandjes; electriciteit. Ik lachtte en mompelde iets van "Ha ha, il y a de l'électricité ici" en maakte me snel uit de voeten. Achter me hoorde ik hem gniffelen.

Version Femina daarentegen ontving 25 modellen op hetzelfde uur, wat maakte dat we al zittend op de grond een volledige verdieping bevolkten met onze tassen, portfolios, schoenen, en lange benen. Hier werd het een snelle passage: portfolio laten zien, fotootje nemen en weer vertrekken. Op weg naar buiten passeerde ik de grote imprimerie van Lagardère en met de geur van vers gedrukt papier stapte ik weer op de metro. Een corporate magazine had nu wel van pas gekomen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten